SV | Ik zal hem tot een Vader zijn, en hij zal Mij tot een zoon zijn; en Mijn goedertierenheid zal Ik van hem niet wenden, gelijk als Ik [die] weggenomen heb van dien, die voor u geweest is; |
WLC | אֲנִי֙ אֶֽהְיֶה־לֹּ֣ו לְאָ֔ב וְה֖וּא יִֽהְיֶה־לִּ֣י לְבֵ֑ן וְחַסְדִּי֙ לֹא־אָסִ֣יר מֵֽעִמֹּ֔ו כַּאֲשֶׁ֣ר הֲסִירֹ֔ותִי מֵאֲשֶׁ֥ר הָיָ֖ה לְפָנֶֽיךָ׃ |
Trans. | ’ănî ’ehəyeh-llwō lə’āḇ wəhû’ yihəyeh-llî ləḇēn wəḥasədî lō’-’āsîr mē‘immwō ka’ăšer hăsîrwōṯî mē’ăšer hāyâ ləfāneyḵā: |
Ik zal hem tot een Vader zijn, en hij zal Mij tot een zoon zijn; en Mijn goedertierenheid zal Ik van hem niet wenden, gelijk als Ik [die] weggenomen heb van dien, die voor u geweest is;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Ik zal hem tot een Vader zijn, en hij zal Mij tot een zoon zijn; en Mijn goedertierenheid zal Ik van hem niet wenden, gelijk als Ik [die] weggenomen heb van dien, die voor u geweest is;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!